Eerst even dit,
Ik sta wat achter met mijn ritbeschrijvingen maar op een camping is er niet altijd internet. En gisteren, na het magische moment bij de grenspaal was het ook niet echt de moment om te gaan zitten bloggen.
Op de derde dag hadden we een korte rit gepland, van op de camping in Fauxl-le-Tombe naar Han-Sur-Lesse. Een rit van slechts 65 km. Niet erg op het eerste gezicht want de twee vorige dagen hadden ons al flink afgemat, maar dat betekende wel dat de laatste rit plots 130 km lang zou worden.
Waarom we dan een camping in Han-Sur-Lesse reserveerden? Omdat we gezien en gelezen hadden dat De Gammelse wielervrienden dat ook zo hadden gedaan bij hun TBNZ. Niemand van ons vond de verdeling van de kilometers over de twee dagen goed, maar ja, het was nu zo. Tot Dirk bedacht dat hij ooit eens in een B&B geweest was in Transinne, zo'n 20 km voorbij Han-Sur-Lesse, en vlak bij de route. we kregen dus een rit van 85 km op dag 3 en op dag 4 een rit van 110 km.
De ochtend van de derde rit was koud, regenachtig en bijna stormachtig.
Terwijl iedereen zich voorbereidde op de rit, liep ik te zoeken achter mijn bril. Rijden een technisch parcours zonder bril is voor mij uitgesloten. Dirk had al wat kastjes en lades van de mobilhome open getrokken om mij te helpen bij het zoeken. Niks, nada... Misschien in de vuilbak? suggereerde hij!
Ik heb hem eigenlijk juist weg gedaan naar de container. Komaan, Dirk. Grapje? Dirk lachte niet. Ton ik terug kwam van de container met mijn bril op mijn neus, lag iedereen plat van het lachen. Was dit een complot, een poging om mij te doen verongelukken? Zonder bril het ravijn inrijdend of een ander malheur... Ik zal het nooit weten.
De eerste kilometers van de rit liepen, anders dan de vorige dagen, voor de helft over asfalt. We reden via Gesves naar Ciney over een kale hoogvlakte. Er woei een verschrikkelijk strakke wind. Het gevaar om van de weg te donderen en op een vettige Ardeense akker te belanden was niet denkbeeldig. De koude regenvlagen deden ons ineen krimpen. Frank schetste een fantastisch beeld toen hij, naast mij rijdend, kreunde, ik voel me een soldaat uit de eerste wereldoorlog.Ik zag ze ook voor me; onderkomen, verkleumde en strompelende soldaten, strompelend over een holle weg, vluchtend voor den Duits. Heroïsch!
Even voorbij Han stond Dirk ons op te wachten met de camper. we waren blij dat we ons even konden opwarmen. We kropen dicht bij mekaar en aten witte boterhammen met pure chocolade en dronken hete koffie.
De laatste 15 km waren van de zwaarste die ik ooit gereden heb. De track stuurde ons door een bos, steil naar boven, zonder aanwijsbaar pad. We kropen, onze fiets meezeulend, 400 meter naar boven. steun zoekend achter elke boomwortel of uitstekend stuk rots. Dominique was eerst boven en riep en schreeuwde aanmoedigend tot we ook op iets stonden dat met moeite een begaanbaar pad kon genoemd worden. Het met gladde rotsen bezaaide pad liep langs een afgrond van een twintigtal meter naar beneden.
De volgende kilometers waren steeds steil naar boven en steil naar beneden, We vorderden zeer traag maar de B&B kwam steeds dichter in de buurt!
De B&B was gezellig en warm, het water van de douche was warm en er lagen propere handdoeken. We konden onze kleren drogen en de kok bereidde een heerlijke maaltijd, frit met stoofvlees. We dronken Rochefort van 11°. En we werden loom en gelukkig. We sliepen in een echt bed, acht uur lang. Sommigen van ons snurkten, maar ik zeg niet wie...
Ik sta wat achter met mijn ritbeschrijvingen maar op een camping is er niet altijd internet. En gisteren, na het magische moment bij de grenspaal was het ook niet echt de moment om te gaan zitten bloggen.
Op de derde dag hadden we een korte rit gepland, van op de camping in Fauxl-le-Tombe naar Han-Sur-Lesse. Een rit van slechts 65 km. Niet erg op het eerste gezicht want de twee vorige dagen hadden ons al flink afgemat, maar dat betekende wel dat de laatste rit plots 130 km lang zou worden.
Waarom we dan een camping in Han-Sur-Lesse reserveerden? Omdat we gezien en gelezen hadden dat De Gammelse wielervrienden dat ook zo hadden gedaan bij hun TBNZ. Niemand van ons vond de verdeling van de kilometers over de twee dagen goed, maar ja, het was nu zo. Tot Dirk bedacht dat hij ooit eens in een B&B geweest was in Transinne, zo'n 20 km voorbij Han-Sur-Lesse, en vlak bij de route. we kregen dus een rit van 85 km op dag 3 en op dag 4 een rit van 110 km.
De ochtend van de derde rit was koud, regenachtig en bijna stormachtig.
Terwijl iedereen zich voorbereidde op de rit, liep ik te zoeken achter mijn bril. Rijden een technisch parcours zonder bril is voor mij uitgesloten. Dirk had al wat kastjes en lades van de mobilhome open getrokken om mij te helpen bij het zoeken. Niks, nada... Misschien in de vuilbak? suggereerde hij!
Ik heb hem eigenlijk juist weg gedaan naar de container. Komaan, Dirk. Grapje? Dirk lachte niet. Ton ik terug kwam van de container met mijn bril op mijn neus, lag iedereen plat van het lachen. Was dit een complot, een poging om mij te doen verongelukken? Zonder bril het ravijn inrijdend of een ander malheur... Ik zal het nooit weten.
Frank en Camiel, goed ingepakt voor de kou. |
De eerste kilometers van de rit liepen, anders dan de vorige dagen, voor de helft over asfalt. We reden via Gesves naar Ciney over een kale hoogvlakte. Er woei een verschrikkelijk strakke wind. Het gevaar om van de weg te donderen en op een vettige Ardeense akker te belanden was niet denkbeeldig. De koude regenvlagen deden ons ineen krimpen. Frank schetste een fantastisch beeld toen hij, naast mij rijdend, kreunde, ik voel me een soldaat uit de eerste wereldoorlog.Ik zag ze ook voor me; onderkomen, verkleumde en strompelende soldaten, strompelend over een holle weg, vluchtend voor den Duits. Heroïsch!
Even voorbij Han stond Dirk ons op te wachten met de camper. we waren blij dat we ons even konden opwarmen. We kropen dicht bij mekaar en aten witte boterhammen met pure chocolade en dronken hete koffie.
De laatste 15 km waren van de zwaarste die ik ooit gereden heb. De track stuurde ons door een bos, steil naar boven, zonder aanwijsbaar pad. We kropen, onze fiets meezeulend, 400 meter naar boven. steun zoekend achter elke boomwortel of uitstekend stuk rots. Dominique was eerst boven en riep en schreeuwde aanmoedigend tot we ook op iets stonden dat met moeite een begaanbaar pad kon genoemd worden. Het met gladde rotsen bezaaide pad liep langs een afgrond van een twintigtal meter naar beneden.
De volgende kilometers waren steeds steil naar boven en steil naar beneden, We vorderden zeer traag maar de B&B kwam steeds dichter in de buurt!
Tof geschreven Dirk! En goed gedaan allemaal! ! Proficiat!
BeantwoordenVerwijderen